De Donau doorkruist het weelderige Boedapest waardoor de hoofdstad van Hongarije feitelijk op beide oevers van de rivier is gevestigd. Maar wist u dat Boeda, de heuvelachtige oude stad met het kasteel en de fraaie Matthiaskerk, en de vlakte van Pest op de linkeroever van Donau oorspronkelijk twee aparte steden waren? Boedapest ontstond relatief laat uit hun fusie in 1873. De twee oevers werden in 1849 met elkaar verbonden door de beroemde Kettingbrug. Wie Boedapest bezoekt, treft er een van de mooiste stadslandschappen die Europa rijk is. U kan er zich onderdompelen in de geschiedenis van de dubbele Oostenrijks-Hongaarse monarchie die van 1867 tot de Eerste Wereldoorlog een buitengewone ontwikkeling van de ‘hoofdstad van de Donau’ mogelijk maakte.
Ontdek de Gouden Eeuw van Boedapest
Aan het begin van de 20ste eeuw beleefde Boedapest een duizelingwekkende economische, demografische en artistieke boom. De stad wilde zich in rivaliteit met het keizerlijke Wenen doen gelden als de hoofdstad van het oostelijke deel van Oostenrijk-Hongarije. De meeste monumentale gebouwen, maar ook de huizen in Pest, waaronder de beroemde Andrassyboulevard (een must-see!), dateren uit deze gouden eeuw. De bevolking verdrievoudigde en overschreed een miljoen inwoners in 1910. Het Grondwettelijk Compromis van 1867 had Hongarije de relatieve autonomie gegeven die zijn leiders sinds de revolutie van 1848 hadden geëist, en het had nu net als Wenen een politieke en administratieve hoofdstad. Het Hongaarse deel van deze zogeheten dubbelmonarchie omvatte onder meer Slowakije, Transsylvanië (nu in Roemenië), Kroatië en Slavonië. Het grondgebied was destijds drie keer zo groot als vandaag.
Bezoek de metro van Boedapest
Boedapest maakte een late, maar schitterende modernisering door. Boedapest had zijn metro eerder dan Parijs, Berlijn en Wenen! De földalatti - een naam geïnspireerd op de Londense ‘underground’ die zo'n dertig jaar eerder werd aangelegd - werd in 1896 tijdens de millenniumvieringen in gebruik genomen. De eerste metrolijn op het Europese vasteland vergrootte ongetwijfeld het prestige van de stad en het land, dat de duizendjarige vestiging van de Magyaren in Hongarije op gepaste wijze wilde vieren.
Lijn 1 van de historische metro, de zogeheten ‘Millenniumlijn’, loopt nauwelijks 3 meter diep onder de Andrassyboulevard door. De boulevard staat sinds 2002 op de Unesco werelderfgoedlijst en werd recent in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Wie meer wil te weten komen over de metro kan het kleine Boedapest Metro Museum bezoeken. Het werd in 1975 in een ongebruikt deel van het Deák Ferenc station gebouwd. In het museum wordt onder meer meubilair tentoongesteld dat bij de modernisering van oude stations is teruggevonden. Ronduit schitterend is een originele trein met twee wagons die volledig werd gerestaureerd én nog werkt!
Bezoek het parlement van Boedapest
De wens om nationale grandeur te etaleren was de rechtstreekse aanleiding tot de monumentale architectuur, waarvan het meest opvallende voorbeeld het parlement is. Het gebouw is gelegen op de tegenoverliggende oever van het koninklijk kasteel. Het werd gebouwd in neogotische stijl en was het grootste parlement ter wereld toen het in 1904 werd voltooid.
Boedapest, hoofdstad van de Art Nouveau
Naar aanleiding van de millenniumvieringen werden talloze nieuwe bouwwerken opgericht. Zoals bijvoorbeeld het Museum voor Decoratieve Kunsten, het eerste gebouw dat werd beïnvloed door de Art Nouveau die toen in volle zwang was in Europa. Architect Odön Lechner (1845-1914) wilde een nationale stijl creëren op basis van nieuwe ornamentele motieven. Hij werd geïnspireerd door de kunst van Oosterse volkeren, die verwant zouden zijn aan de Magyaren, en de decoratieve motieven van de Hongaarse boeren. Het Instituut voor Geologie (1899) en de Postspaarbank (1901) zijn nog twee van zijn grote verwezenlijkingen. Ook vandaag nog kunnen de bezoekers in Boedapest vele gebouwen, hotels, winkels, religieuze bouwwerken en scholen in Art Nouveau stijl ontdekken en bezoeken.
Bezoek de baden van Boedapest
De thermale baden van Boedapest zijn wereldberoemd. Een bezoek aan een van de baden is een absolute must als u tijdens een Donaucruise in de Hongaarse hoofdstad vertoeft. De baden zijn ongetwijfeld een van de populairste toeristische attracties in de stad, maar ze maken ook integraal deel uit van het dagelijks leven van de Hongaren. De thermale baden van Boedapest zijn al sinds de oudheid bekend. Maar het was pas tijdens de Ottomaanse overheersing, van 1541 tot 1699, dat de cultuur van de hammam en de baden een hoge vlucht nam. De Turken bouwden de baden Kiraly en Rudas, die nog steeds in gebruik zijn. Tijdens de gouden eeuw van Boedapest, eind 19de eeuw, werden nieuwe baden gebouwd in Art Nouveau of eclectische stijl. Hun namen: de prachtige Gellert of Széchenyi complexen. De badcultuur bloeit vandaag nog steeds niet in het minst door de gerenoveerde en gemoderniseerde infrastructuur. Merk evenwel op dat de Hongaren onderscheid maken tussen Turkse baden, d.w.z. uit de Ottomaanse periode, en moderne baden die recenter werden gebouwd.
De Széchenyi-thermaalbaden, gekenmerkt door hun gele tinten en neorenaissancestijl, behoren tot de grootste badcentra van Europa en werden gebouwd tussen 1909 en 1913. Het water, afkomstig uit een 1246 m diepe bron, bereikt de oppervlakte bij een temperatuur van ongeveer 76 graden Celsius. De vele zwembaden met verschillende temperaturen bieden ontspanning in een feeërieke omgeving. Er zijn warme baden, sauna's en stoombaden, buitenzwembaden met fonteinen en massagestralen voor iedereen.
Het Vissersbastion
Het neoromaanse Vissersbastion is een in 1899 aangelegde promenade aan de rand van de burchtwijk Buda in Boedapest. Het is een toeristische attractie die niet mag ontbreken op uw lijstje. Een fantastisch panorama over Pest zal uw deel zijn.
Het Parlement
Westminster in Londen was de inspiratiebron voor het parlement van Boedapest dat gebouwd werd tussen 1884 en 1902. Het was het grootste gebouw van die tijd; het telt 691 kamers en meet 268 m lang en 118 m breed. De bouw ervan belichaamde de economische macht van Hongarije aan het begin van de vorige eeuw. Vandaag hebben enkel Roemenië en Argentinië een nog groter parlement.
De Kettingbrug
Deze hangbrug over de Donau werd vanaf 1839 gebouwd volgens een concept van graaf Széchenyi en werd in 1849 voltooid door de Schot Adam Clark. Zijn 360 meter lange dek, ondersteund door twee torens, was in die tijd een echt technisch hoogstandje.
